25 maart is een kamerbrief uitgekomen waarin de minister vragen vanuit de Eerste Kamer beantwoordt. Men beoogt binnenkort te stemmen over de Wet Kwaliteitsborging, deze brief is een reactie op vragen uit de Eerste Kamer naar aanleiding van deze aanstaande stemming.
De brief behelst 18 pagina’s, wij hebben enkele passages eruit gehaald die een antwoord geven op de vragen die wij de afgelopen jaren het meest gesteld kregen over de Wet Kwaliteitsborging voor het Bouwen. Voor meer contact verzoeken wij u de brief zelf te lezen :-)
De waarschuwingsplicht bij inschrijving
Indien een inschrijver in het kader van zijn waarschuwingsplicht wijst op fouten in het bestek en de aanbestedende opdrachtgever naar aanleiding hiervan het bestek aanpast, kan dit in verband met het in de aanbestedingsprocedure in acht te nemen gelijkheidsbeginsel ertoe leiden dat een opdracht opnieuw moet worden aangekondigd. In het geval de aanbesteder niet op de suggesties ingaat, kan de gegadigde er alsnog voor kiezen om in te schrijven. Hij kan echter niet aansprakelijk worden gehouden voor mogelijke schade als gevolg van de fouten waarvoor hij heeft gewaarschuwd.
Aansprakelijkheid
Het wetsvoorstel regelt dat de aannemer na oplevering aansprakelijk is voor gebreken die bij de oplevering niet zijn ontdekt, tenzij deze niet aan hem zijn toe te rekenen. Die wijziging komt erop neer dat de aannemer zich minder makkelijk van aansprakelijkheid jegens de opdrachtgever kan bevrijden dan onder het huidige recht
Voordeel als u zelf aan kwaliteitsborging doet:
(Dat is waar wij bedrijven en projecten al enkele jaren bij helpen)
Dat betekent dat een architect, adviseur, bouwer of projectontwikkelaar geen kwaliteitsborger mag zijn in een project waarbij hij zelf direct of indirect ook bij het bouwproces is betrokken. Bij de uitvoering van zijn werkzaamheden kan de kwaliteitsborger wel het bedrijfseigen controlewerk van de aannemer betrekken. Hiermee wordt bijgedragen aan beperking van de kosten van het stelsel. Voorwaarde daarvoor is wel dat de kwaliteitsborger beschikt over de betreffende kennis en kunde. Een instrument voor kwaliteitsborging dient dan ook te worden toegepast door personen die over het in artikel 1.39 van het ontwerp besluit kwaliteitsborging voor het bouwen bepaalde opleidingsniveau beschikken en die voldoende ervaring hebben met het bouwproces.
Kan maar duidelijk zijn:
Bouwpartijen kunnen zich bij fouten in de uitvoering van hun werkzaamheden dan ook niet verschuilen achter het bevoegd gezag.
Over de risicoanalyse en het gebouwdossier:
In de uitvoeringsregelgeving zal worden geregeld welke gegevens en bescheiden de risicobeoordeling en het dossier bevoegd gezag moeten bevatten om te voldoen aan de bouwtechnische voorschriften. Het gaat daarbij om informatie die het bevoegd gezag helpt zijn handhavende taak uit te voeren, namelijk het toezien op de naleving van de bouwtechnische voorschriften. Zoals in het bestuursakkoord afgesproken, zal in de risicobeoordeling moeten worden ingegaan op de samenhang met andere (lokale) voorschriften zoals het bestemmingsplan/ omgevingsplan en afwijkingsverzoeken daarvan, welstand, monumenten, adviezen van de veiligheidsregio/brandweer, en de lokale toepassing van gelijkwaardigheid en maatwerkvoorschriften bij verbouw/transformatie. Voorts zal de risicobeoordeling moeten ingaan op mogelijke risico’s van het specifieke bouwwerk met betrekking tot de naleving van de bouwtechnische voorschriften, met bijzondere aandacht voor onderdelen van het bouwwerk die aan het zicht worden onttrokken.
Wij hopen u hiermee snel op weg te hebben geholpen. Heeft u nog vragen? Of interesse in een pilotproject? Dan kunt u ons uiteraard benaderen!
We wachten de stemming af en houden u op de hoogte..